13-12-2022 - geschreven door Berga Juridisch
In het eerder op ons nieuwsblog verschenen artikel (hoe om te gaan met hinder van je buren) bespraken we op hoofdlijnen wanneer nu sprake is van onrechtmatige hinder. In dit artikel zoomen we meer in op de elementen die bijdragen aan die onrechtmatige hinder. Hierbij kijken we eerst naar een onlangs door de voorzieningenrechter gewezen kortgeding vonnis. Uit dit vonnis kunnen we alvast afleiden dat er niet snel sprake is van onrechtmatige hinder. Hoe en op welke gronden de kortgedingrechter tot dit vonnis (ecli:nl:rbmne:2022:3194) is gekomen en waar zijn conclusie - mede afhankelijk van een onrechtmatigheidstoets - op is gebaseerd, lichten we hieronder toe.
Casus
Gedupeerden/gedaagden zijn al enkele jaren sinds de aankoop ervan bezig met een intensieve verbouwing van hun woning, waardoor de eisers in hun optiek veel overlast ervaren. In juli 2022 wordt dit beslecht door de voorzieningenrechter te Utrecht.
De verbouwing laat nog lang op zich wachten het voltooid is. Zij willen echter niet nog langer wachten en verlangen van de kortgedingrechter een direct stopzetten ervan. De rechter komt echter met een genuanceerd vonnis met enkele daarin verweven algemene opmerkingen en zet helder uiteen dat aan huiseigenaren in beginsel veel vrijheid toekomt als het gaat om de door hen gewenste verbouwingen. Het uitoefenen van je eigendomsrecht is niet voor niets het meest absolute tevens persoonlijke recht wat er bestaat; inroepbaar tegen eenieder. In die context bezien is er niet snel sprake van hinder, laat staan van onrechtmatige. In deze casus was het ook nog eens zo dat dat de gedaagden wel degelijk ook rekening hield met de belangen van de eisende buren. De eisers vingen dan ook bot bij de rechter.
Eisen
Eisers eisen en vorderen dat de verbouwing van hun buren stilgelegd wordt en eerst gekeken dient te worden naar een verbouwplan inclusief tijdshorizon en planning van werkzaamheden. Zij vorderen bij de rechter in elk geval een dergelijk plan wat uiterlijk binnen 1 jaar zal zijn voltooid en voorts nog enkele aanvullende voorwaarden, zoals het tijdig (binnen 48 uur) tevoren melding maken aan eisers dat gedaagden werkzaamheden zullen verrichten en wel alleen in het tijdskader tussen 7-19 uur.
Enkele overwegingen van de rechter
De kortgedingrechter vangt in het vonnis aan:
Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben (artikel 5:1 BW). Het staat de eigenaar vrij om van zijn eigendomsrecht gebruik te maken zoals hem dat goeddunkt zonder dat hij op de belangen van zijn buurman hoeft te letten, tenzij uitoefening van de eigenaarsbevoegdheid hinder oplevert in de zin van artikel 5:37 BW.
In laatstgenoemd artikel 5:37 BW geeft de rechter te kennen dat bij het uitoefenen van het eigendomsrecht geen onrechtmatige hinder veroorzaakt mag worden aan aangrenzende erven, naburig heden en rechten van buren.
De rechtsvraag in deze casus is of gedaagden en verbouwende buren onrechtmatige hinder jegens de eisers veroorzaken wegens de inmiddels 2 jaar durende verbouwing? Het antwoord is niet een simpel ja of nee, zoals valt te verwachten. De rechter noemt hierbij enkele relevante vertrekpunten.
Enkele relevante gezichtspunten
Zoals elke jurist in een zaak wel heeft betoogd, is het ook in dergelijke onderhavige zaak niet een een-tweetje, dus niet zwart-wit. Of er dan ook daadwerkelijk sprake is van een onrechtmatige hinder, blijft afhankelijk van de aard (soort), de ernst (omvang/intensiteit) en de duur ervan. De rechter overweegt voorts dat er tussen partijen - op instigatie van gedaagden overigens – veel afspraken zijn gemaakt en frequent overleg is gevoerd over de bouwwerkzaamheden. Het is dus niet zo dat gedaagden in een ‘bouwbubbel’ leefden zonder enige empathische antennes wat betreft de noden en zorgen van diens omgeving op te pikken. Eisers zijn dus veelvuldig op actieve wijze door gedaagden betrokken in diens bouwplanning. De eisers zijn zelfs uitgenodigd om mee te denken en hun voorkeur kenbaar te mogen maken als het gaat om het materiaalgebruik voor het afwerken van een muur. Gedaagden hielden volgens de rechter veelvuldig rekening met de belangen van eisers. Dit kwam ook duidelijk naar voren via de diverse correspondentie tussen partijen. Daar kwam nog bij dat uit de rapportage van een bouwkundig adviseur is gebleken dat de werkzaamheden tevoren goed zijn gepland en uitgevoerd. Wat nog moet gebeuren is dat er nog enkele aanvullende werkzaamheden gerealiseerd dienen te worden. Het zal hiermee niet meer lang duren volgens het rapport.
Kern vonnis
De rechter stelt voorop dat het gedaagden in beginsel vrij staat om hun woning te verbouwen op de manier die zij willen, ook als die bouwactiviteiten hinder voor omwonenden veroorzaken. Dit is dan ook inherent aan het eigendomsrecht. Zij mogen die activiteiten plannen en uitvoeren op een manier en binnen dat tempo zoals zij dat voor ogen hebben en wensen uit te voeren. Anders kan het eigendoms- recht feitelijk gezien ook niet ten volle worden uitgeoefend. Dat hiermee overlast gepaard gaat is evenzeer een niet los te koppelen gevolg van het eigendomsrecht. Maar is deze overlast dusdanig onrechtmatig, dus gaat het over het de grenzen van het betamelijke wat buren van elkaar nog zouden kunnen verdragen? Nee zegt de rechter met zoveel woorden. Hij stelt vast dat die overlast er was en is, maar dat die overlast nou eenmaal iets is wat we zullen moeten gedogen als mensen hun eigendomsrecht uitoefenen, zoals het verbouwen van een woning. De eisers zijn er in dit opzicht bezien niet in geslaagd om de rechter op overtuigende wijze aan te tonen dat gedaagden dusdanige hinder veroorzaakt zouden hebben dat sprake is van een onrechtmatige hinder. Hierbij speelt volgens de rechter een rol van betekenis dat de resterende aanvullende werkzaamheden slechts tot beperkte hinder zal leiden binnen het gestelde tijdsvenster van 8-19 uur.
Lering
Uit dit vonnis kunnen destilleren dat hinder niet zo snel onrechtmatig is, zeker niet als het gaat om het uitoefenen van het eigendomsrecht. Daarnaast wordt gekeken naar de context van de hinder, de aard, ernst en duur ervan. Op zichzelf is deze hinder in deze casus bezien vrij groot, alleen als we kijken naar de duur van de verbouwingen (2 jaar!). Echter, wat de rechter flink laat meewegen ten faveure van gedaagden, is dat zij vanaf het begin van de verbouwingen rekening met de buren hebben gehouden en actief betrokken hebben in het bouwplan. Dat maakt de hinder niet minder fraai voor de eisers, maar zij hebben daarmee wel karakter en ruggengraat getoond door hoor en wederhoor los te laten op de noden en zorgen van hun buren. Dit heeft kennelijk eerder ook tot een lang vruchtbaar burenschap, (ook tijdens de verbouwing) geleid, want het is anders niet te rijmen en vol te houden dat je pas na 2 jaar opeens wel bij de rechter aan de bel trekt, zoals in casu.
Onrechtmatigheidstoets & enkele andere invalshoeken
De onrechtmatigheidstoets zoals hiervoor aan de orde kwam in de casus, is er een die zijn wortels kent in artikel 5:37 BW:
De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is, aan eigenaars van andere erven hinder toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het onthouden van licht of lucht of door het ontnemen van steun.
Je mag dus best hinder veroorzaken, maar deze mag niet dusdanig zijn dat sprake is van een hinder die de criteria van de onrechtmatige daad vervult. In casu was daarvan dan ook geen sprake nu de gedaagden bewust (en wellicht ook om erger te voorkomen) contact zochten met hun buren.
Soorten hinder
Overlast is hinder. Bekende voorbeelden ervan zijn uiteraard geluids-, stank-, en rookoverlast. Maar vergeet ook niet de te luide muziek van de buren, de blaffende hond die zich vrijelijk beweegt op het voorliggende trottoir, de drilboor van de bovenbuurman, de op het drumstel spelende buurjongen die zijn wekelijkse jamsessie houdt, of de zomerse (buurt)barbecues en het rondzwervende en vooral tijdens de zomermaanden stinkende afval van vuilcontainers. Zoals uit het vonnis ook al naar voren kwam, kan niet op voorhand gezegd worden of wanneer er sprake is van onrechtmatige hinder. Dit hangt dus af van alle omstandigheden van het geval. Een belangrijke pijler in dezen is dus wat je aan de hinder hebt gedaan om deze beperken en in welke mate heb je je medeburen betrokken in de door jou veroorzaakte hinder. Simpelweg het veroorzaken van hinder levert dan ook geen onrechtmatige hinder op. Dat dat tot ergernis en overlast bij de buren zal leiden, moge dan in veel gevallen zo zijn, maar dat is nu eenmaal een gegeven waar we mee moeten leven. Bedenkt hierbij ook vooral dat als je nu zelf eens met je grasmaaier je mooie gazon aan het maaien bent, dat jij op dat moment ook al hinder en overlast bij je buren kan veroorzaken en zij in veel gevallen ook niet meteen bij jou op de deur komen kloppen. Dit is nogal gewaagd wat ik hier zeg, want ik realiseer me terdege dat dit sterk afhankelijk is van de buurt waarin je woont.
Bepalende factoren
De volgende factoren spelen een rol bij de vraag of en in welke mate er sprake is van onrechtmatige hinder:
Plaatselijke omstandigheden
Ook deze zijn bepalend voor de wijze waarop hinder wordt veroorzaakt en in welke mate zij wel niet geaccepteerd dient te worden. Zo zal de aanleg van een straat door de gemeente noodzakelijk zijn voor de aangrenzende bewoners. Dat deze hinder veel overlast zal veroorzaken zal in veel gevallen zo zijn, maar onrechtmatigheidstoets is hier hoog, want de weg is tevens noodzakelijk voor het verkeer en mobiliteit van de bewoners. Hier is het algemene belang van een goede doorstroming en leefbaarheid een sterk argument om de hinder hoe dan ook doorgang te moeten laten vinden, zonder dat er snel sprake zal zijn van onrechtmatige hinder.
Soort hinder
Stankoverlast wordt weer anders ervaren dan geluidsoverlast en is weer anders dan rookoverlast. De ene vorm van hinder wordt bezwaarlijker geacht dan de andere vorm van hinder. Geluidsoverlast wordt echter in het gros van de gevallen sneller aangeduid als hinder dan bij voorbeeld hinder in het uitzicht
Hinderintensiteit
Wanneer hinder nu wel niet meer acceptabel is, hangt in sterke mate dus af van de intensiteit ervan. Veel lawaai levert relatief veelal sneller overmatige en onrechtmatige hinder op in vergelijking met andere vormen van overlast. Pas indien de hinder dusdanig lang duurt en van een dermate grote omvang/intensiteit is en deze van zeer dichtbij wordt ervaren, zonder dat rekening met de buren is gehouden, zal ook sneller de onrechtmatigheidstoets kunnen worden vervuld.
Hinderduratie
Langdurige en/of frequent achtereen veroorzaakte hinder is bijvoorbeeld sneller onrechtmatig dan in het geval deze kortdurend is en/of een lagere frequentie heeft.
Is er schade veroorzaakt?
Ook de door de hinder veroorzaakte schade weegt mee. Het behoeft geen uitvoerig betoog dat naarmate de schade toeneemt, er eerder sprake zal zijn van onrechtmatige hinder. Dit betekent echter niet dat er geen sprake kan zijn van onrechtmatige hinder als de hinder niet leidt tot schade.
Voorzienbaarheid van hinder?
Gaat u ergens wonen waarvan bekend is dat u daar ongetwijfeld te maken krijgt met een dosis hinder, zoals een koophuis betrekken rondom Schiphol, of middenin het nog actieve aardbevingsgebied te Groningen gaan wonen, dan is het uiteraard logisch dat u zich dan achteraf bezien niet snel op de onrechtmatigheid van die hinder kunt beroepen. Deze was immers voor u als bewoner voorzienbaar.
Per geval weer anders..
Zoals in het eerdergenoemde voorbeeld van de aanleg van een straat reeds ter sprake kwam, is het in een dergelijk geval noodzakelijk dat deze wordt aangelegd. De algemene belangen prevaleren dan veel sneller dan de individuele als het gaat om de eveneens hogere tolerantiegrens van die hinder. Deze is evenzo hoog als u besluit in een drukke stad te gaan wonen en verschilt nogal in het geval iemand in een rustige buurt zijn intrek neemt. De lokale situatie, noodzakelijkheid alsmede de voorzienbaarheid spelen derhalve een grote rol bij de vraag of er uiteindelijk sprake is van onrechtmatige hinder. Het is al met al vooral de context waarin alle hinderbepalende factoren worden meegenomen en tegen elkaar worden afgewogen die hierin bepalend is. Last but not least, zoals eerder al naar voren kwam, is de wijze en mate waarin de veroorzaker van hinder zich ten tijde van die hinder naar zijn buren en omgeving opstelt en of hij of zij daarbij op enigerlei wijze empathie toont en actief hinderbeperkende maatregelen voorstelt en bespreekbaar maakt, zeker een belangrijke schakel of de veroorzaakte hinder, hoe kwalijk op zichzelf gepercipieerd, als onrechtmatig moet worden beschouwd.
Andere vragen of rechtsbijstand nodig?
Wij verstrekken naast persoonlijke en online juridische adviezen, ook juridische diensten op maat, zoals het op maat maken, checken en/of wijzigen van je algemene voorwaarden, contracten of andere documenten. Onze diensten kun je ook snel en makkelijk online bestellen op www.webshop.bergajuridisch.nl
Daarnaast treden we zo nodig in onderhandeling met de wederpartij als het gaat om bijvoorbeeld contractvorming, conflictbehandeling, of staan je bij in arbeidsbemiddeling. Ook starten we zonodig een gerechtelijke procedure voor je op.
Zoek je persoonlijk en deskundig op maat advies of rechtsbijstand?
Kies dan voor de juridische diensten van BERGA en meld je zaak aan via www.bergajuridisch.nl en vul het contactformulier in. Je kunt ons ook altijd bereiken via: info@bergajuridisch.nl of bel ons: 06-36331675.
Onze rechtsgebieden
Wij verstrekken juridische diensten aan particulieren en ondernemers op gebied van:
(o.a. zaken voor de politierechter, kantonrechter, appèladvies)
(o.a. bij het indienen van bewaar en beroep, sociaal zekerheidsrecht,
WW, ZW, Participatiewet)
Bekijk onze diensten op onze website & webshop
Bekijk onze website: www.bergajurdisch.nl & webshop: www.webshop.bergajuridisch.nl
In onze webshop kunt u terecht voor het bestellen van onze telefonische en online diensten, zoals juridisch advies en het laten opmaken, checken of wijzigen van nieuwe of bestaande contracten, voorwaarden of overige documenten.
We zijn u graag van dienst!